wie | wanneer | waar | hoe | wat | waarvoor |
---|---|---|---|---|---|
de vikingen | 860 | amerika | ze gingen varen op zoek naar land | ze wilden geld en rijkdom | ze wilden plunderen |
erik de rode | 940 | groenland | hij moest vluchten uit ijsland, omdat hij daar iemand had vermoordt. zo ontdekte hij de kust van Groenland | hij wilde niet opgepakt worden in Ijsland |